doorzoek het gehele Damescompartiment
Damescompartiment online

Annie Salomons
(1885-1980)


Annie Salomons

"Eigenlijk had ik het met m'n inlandse bedienden prettiger dan met de meeste Europeanen met wie ik moest omgaan. Ik schreef iedere week in de Groene een artikel over de Indische samenleving. Daarin kwam nogal wat kritiek tot uiting. Als in Holland iemand een aanmerking leest, betrekt hij die op zijn buurman. Maar in onze kleine Indische stad dacht iedereen dat hij zelf bedoeld werd, en maakte zich boos. 'Een ernstig minderwaardigheidscomplex', zou tegenwoordig een psychiater zeggen. Mijn man, die me altijd volkomen vrijheid wilde laten, waarschuwde me niet, hoewel hij de opvattingen goed kende. Daardoor werd ik er door velen nogal koel behandeld."

Anna Maria Francisca Salomons bleef drie jaar in Deli (1924-1927), toen nam haar echtgenoot - Indisch officier - met het oog op haar gezondheid ontslag uit dienst. Echt thuis voelde zij zich niet in Indië, althans niet binnen de benauwde Europese samenleving te Medan, op Deli. Wel hield ze van de mooie koele Indische huizen met daarin bedienden die, zo herinnerde ze zich vol waardering "beleefd en aandachtig" waren, zo heel anders dan de Nederlandse bedienden. En ach, achteraf was het gemakkelijk om tere gedachten aan het "oude Indië" te koesteren.

Aan eenzaamheid was Annie als jong meisje al gewend. Op de leeftijd van vier jaar voelde zij zich verlaten, toen het oudere zusje naar school ging. Het Rotterdamse huis was leeg. Om de leegte wat op te vullen, begon zij zichzelf verhaaltjes te vertellen. Verder leed zij onder allerlei onuitgesproken angsten en tobberijen. Ook piekerde ze veelvuldig over het laatste oordeel en wist zeker een grote zondares te zijn. Veel aanleg voor geluk had zij niet.

Nadat zij de lagere school had doorlopen, bezocht Annie de meisjes-H.B.S. en vervolgens een Erasmiaans gymnasium. Opstellen maken en verzen zeggen waren haar grootste verdiensten.
Aan het culturele leven in Rotterdam nam zij volop deel. Er was het Leeskabinet, de Kunstkring met fraaie, kleine tentoonstellingen en de concerten in de sociëteit "Den Doele". Toen zij achttien jaar was, werd zij lid van de Vereniging van Letterkundigen.

Lang bleef Annie onder het gezag van haar moeder staan. Zij accepteerde geen uitnodiging van een heer zonder haar moeder om permissie te hebben verzocht. Lezingen te Londen vereisten eveneens haar toestemming.

Haar grote roem vergaarde Annie met haar roman Een meisjes-studentje (1907). Dit boek, dat stof liet opwaaien tot in Indië toe, was een roman over de verwording van het eens zo serieuze studentes-leven tot een frivool bestaan. Annie studeerde dan ook niet af, waarschijnlijk uit desillusie.

Eind 1924 trouwde ze en kort daarna verhuisde ze naar Indië. Eenmaal teruggekeerd, vestigden ze zich in Utrecht en later in Den Haag.
Annie kenden de groten van haar tijd zoals Lodewijk van Deyssel, Frederik van Eeden, Louis Couperus, J.H.Leopold, Carry van bruggen, Top Naeff en Inda Boudier. Haar wedervaardigheden met hen en anderen legde ze vast in twee delen Herinneringen aan schrijvers die ik persoonlijk gekend heb en later in Herinneringen uit den ouden tijd. Ook publiceerde ze in tijdschriften als De Nieuwe Groene.

Voor haar werk ontving Annie Salomons veel waardering. De Koningin kende haar een onderscheiding toe: Officier in de Orde van Oranje-Nassau bij bevordering. Zij was erelid van de Nederlandse afdeling van de PEN-club (Wereldbond van schrijvers) en sinds 1975 erelid van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde. In 1978 ontving zij de vijfjaarlijkse Jacobsonprijs van het Tollensfonds.

Haar privé-leven niet altijd zo gelukkig: het overlijden van haar echtgenoot Han van Wageningen in 1941 veroorzaakte een groot verdriet, dat nooit overging maar na jaren draaglijk werd. Een grote troost en steun hierbij was haar grote vriendenkring, die haar koesterde en waardeerde om haar innig begrip voor al het menselijke.

Anna Salomons overleed op 16 januari 1980, op de leeftijd van 94 jaar. In haar Toen en nu schreef ze over de naderende dood: "De grote momenten van het leven: geboorte, liefde en dood zullen toch altijd dezelfde blijven. Ik bereid me dankbaar op het laatste voor."

Bron: openingscitaat uit Annie Salomons Toen en nu. Herinneringen uit een lang leven, p. 57-58. Oost-Indische Spiegel door Rob Nieuwenhuys (editie 1978), pag. 346-349. A.H.M. Romein-Verschoor: Vrouwenspiegel. Een literair-sociologische studie over de Nederlandse romanschrijfsterAmsterdam, 1936.

Voorts eigen onderzoek van de conductrice; afbeelding uit aangehaald werk.

Meer lezen van Annie Salomons?


Over Annie Salomons

  • F.I.R. van den Eeckhout: Gesprekken met kunstenaars. Annie Salomons Blaricum, 1924.
  • A.H.M. Romein-Verschoor: Vrouwenspiegel. Een literair-sociologische studie over de Nederlandse romanschrijfster. Amsterdam, 1936.
  • Rob Nieuwenhuys: Oost-Indische Spiegel (editie 1978), pag. 346-349.
  • 'Salomons, Anna Maria Francisca'. In: Biografisch woordenboek van Nederland. Eindred. dr. J. Charité. 's-Gravenhage, 1989.
  • 'Annie Salomons (1885-1980).' Pag. 61-76, in: Rozen in december. Herinneringen van Kitty H.R. de Josselin de Jong aan Willem Kloos, P.C. Boutens, Albert Schweitzer, Ina Boudier-Bakker, Top Naeff, Annie Salomons, Henriette L.T. de Beaufort en andere schrijvers. Verzameld door Jan J. van Herpen. Hilversum, 2000.
  • Zie ook: archivalia in het Letterkundig Museum te Den Haag.
  • Voorts eigen onderzoek van de conductrice.