naar het begin naar het begin nieuws!
Wie was zij? Leven tussen kunst en krant Bon mots De biografe Foto's Bonus! Bestellen?

Wie was zij?

"Ik zal u geven mijn inzicht - Indië, vue à travers mon tempérament, dat ge spoedig genoeg zult kennen en op de juiste waarde schatten, - waarmede ge dan meteen de hoogte bepaald hebt, tot waartoe ge het met me eens kunt zijn".

Kenmerkende woorden voor Beata van Helsdingen-Schoevers. Haar "inzicht" beloofde ze te geven, en die belofte heeft ze gehouden. In talloze artikelen en verschillende lezingen zei ze waar het op stond. In Leven tussen kunst en krant is deze puntige uitspraak dan ook het motief, altijd aanwezig tussen de regels door.

Anna Beata Henriëtte Alexandrine werd geboren op 21 januari 1886 in Madioen. Zij was de dochter van Beata Walter en Eed Schoevers, later administrateur en eigenaar van een stoomrijstpellerij te Kertosono (Midden-Java). De jonge Bé Schoevers bezocht de HBS in Soerabaja, daarna kwam ze thuis bij haar ouders te Kertosono.

Bé was een beeldschoon meisje,lief van uiterlijk. Maar zij haatte het leven waartoe zij veroordeeld was: in het kleine Kertosono zitten en haast niets mogen omdat zij een meisje was. Er kwam een uitweg voor haar woede: ze ging schrijven voor de krant.

In het Soerabaiasch Handelsblad publiceerde ze venijnige scheldkritieken waarin alles wat in Kertosono gebeurde, werd bespot en belachelijk gemaakt. Haar vaste rubriek heette Causerieën uit het Binnenland.

Deze Causerieën werden gretig gelezen door een jonge controleur Binnenlands Bestuur, genaamd Jacques Jelle van Helsdingen, de latere gouverneur van de Vorstenlanden. In 1908 ontmoetten de twee elkaar op het tennisveld van Kertosono en voordat het jaar om was, waren ze getrouwd. Ze kregen twee kinderen, Eddy (1910) en René (1915). Overplaatsingen volgden. Jacques maakte carrière bij het B.B. en Beata ontwikkelde haar journalistieke talenten. Zij schreef tot voor enkele weken voor haar overlijden in 1920 voor kranten en tijdschriften.

Beata's belangstelling ging steeds uit naar de positie van vrouwen in Indië: kortweg gezegd het kiesrecht versus het aanrecht.
Rond 1900 ontstond er in de kranten en tijdschriften een debat over wat een beschaafde Europese vrouw in Indië moest doen en laten. De ouderwetsen zeiden dat de vrouw haar geluk moest vinden in haar huishouden, en in de zorg voor man en kinderen. Tegenover hen stonden de modernen als Beata. Zij pleitten voor goed onderwijs aan meisjes, degelijkd betaalde arbeid en het bezit van vrouwenkiesrecht, kortom, het recht op een gelijkwaardige positie.
Ook sprak Beata vaak over het kunstklimaat in Indië: dat wil zeggen het niveau van de dans, het toneel en de literatuur. Beata recenseerde nieuwe romans en dichtbundels, uitte regelmatig haar afschuw van het lage niveau van het bestaande kunstklimaat maar had diepe bewondering voor de serimpi- en bedojodansen, zoals die aan het hof van Solo worden uitgevoerd.

Opvallend was Beata's belangstelling voor de ontwikkelingen van de Indonesische bevolkingsgroep: het opkomende nationalisme in de verschijning van de Sarekat Islam en de betekenis van Raden Adjeng Kartini, de regentsdochter die om vrijheid voor Indonesische vrouwen vroeg.

Door haar werk en leven werd Beata van Helsdingen-Schoevers bewonderd en verguisd maar hoe dan ook, zij had altijd een duidelijk standpunt, zoals ze zelf al formuleerde: "Ik zal u geven mijn inzicht - Indië, vue à travers mon tempérament, dat ge spoedig genoeg zult kennen en op de juiste waarde schatten, - waarmede ge dan meteen de hoogte bepaald hebt, tot waartoe ge het met me eens kunt zijn."

het Damescompartiment